Jehu stuurde boodschappers door heel Israël en van alle kanten kwamen de dienaren van Baäl naar Samaria, geen van hen bleef weg. Ze verzamelden zich in de tempel van Baäl, en toen de tempel helemaal vol stond, gaf Jehu de beheerder van de priesterkleding opdracht om alle dienaren van Baäl van feestkleren te voorzien. Toen dat gebeurd was begaf Jehu zich met Jonadab, de zoon van Rechab, naar de tempel van Baäl en zei tegen de aanwezigen:

‘Kijk goed om u heen of zich onder u geen dienaren van de HEER bevinden. Deze plechtigheid is uitsluitend bestemd voor de dienaren van Baäl.’ Jehu en Jonadab gingen de tempel binnen om vredeoffers en brandoffers te brengen, terwijl buiten tachtig man op wacht stonden die Jehu daar had neergezet. ‘Jullie zijn verantwoordelijk,’ had hij gezegd. ‘Wie ook maar iemand laat ontkomen, zal dat met zijn eigen leven bekopen.’ Toen Jehu met het brandoffer gereed was, beval hij zijn escorte en zijn adjudanten:

‘Vooruit, dood ze! Laat niet één van hen ontkomen.’ Ze doodden de dienaren van Baäl tot de laatste man en lieten de lijken liggen. Vervolgens drongen ze het versterkte deel van de tempel van Baäl binnen, haalden de gewijde stenen eruit en gooiden die in het vuur. Ze sloegen de aan Baäl gewijde steen aan stukken en haalden de tempel van Baäl omver. Sindsdien doet het tempelterrein dienst als mestvaalt, tot op de dag van vandaag.

Jehu maakte dus een einde aan de Baälsdienst in Israël, maar hij brak niet met de zondige praktijken van Jerobeam, de zoon van Nebat, die de Israëlieten tot zonde had aangezet, want de gouden stierenbeelden in Betel en Dan liet hij ongemoeid. De HEER zei tegen Jehu:

‘Je hebt juist gehandeld door te doen wat goed is in Mijn ogen:

je hebt Mijn voornemens ten aanzien van het koningshuis van Achab volledig ten uitvoer gebracht. Daarom zullen jouw nakomelingen tot in de vierde generatie op de troon van Israël zitten.’ Maar Jehu nam de wetten van de HEER, de God van Israël, niet met hart en ziel in acht. Hij brak niet met de zondige praktijken van Jerobeam, die de Israëlieten tot zonde had aangezet.

Loading

Lees ook deze Berichten:

2 Koningen 4:1-7 Elisa helpt een arme weduwe
2 Koningen 6:1-7 De drijvende bijl
2 Koningen 10:12-20 Jehu roeit het koningshuis van...
2 Koningen 6:15-23 Elisa's optreden in de oorlog t...
2 Koningen 4:8-23 Elisa en de vrouw uit Sunem 1
2 Koningen 13:20-25 Joas, koning van Israël; de do...
2 Koningen 2:1-10 Elia in de hemel opgenomen 1
2 Koningen 6:24-33 Het beleg van Samaria 1
2 Koningen 18:24-29 Jeruzalem door Sanherib bedrei...
2 Koningen 14:1-11 Amasja, koning van Juda 1
2 Koningen 25:10-17 Sedekia, koning van Juda; de v...
2 Koningen 16:12-20 Achaz, koning van Juda 2
2 Koningen 15:23-26 Pekachja, koning van Israël
2 Koningen 4:24-37 Elisa en de vrouw uit Sunem 2
2 Koningen 20:1-11 Hizkia's ziekte en genezing 1
2 Koningen 13:1-9 Joachaz, koning van Israël
2 Koningen 10:32-36 Jehu roeit het koningshuis van...
2 Koningen 17:19-29 Beschouwing over de ondergang ...
2 Koningen 21:1-9 Manasse, koning van Juda 1
2 Koningen 22:1-11 Josia, koning van Juda 1
2 Koningen 8:25-29 Achazja, koning van Juda
2 Koningen 21:10-18 Manasse, koning van Juda 2
2 Koningen 3:12-21 Joram, koning van Israël, trekt...
2 Koningen 15:32-38 Jotam, koning van Juda
2 Koningen 3:1-11 Joram, koning van Israël, trekt ...
2 Koningen 15:17-22 Menachem, koning van Israël
2 Koningen 22:12-20 Josia, koning van Juda 2
2 Koningen 10:1-11 Jehu roeit het koningshuis van ...
2 Koningen 23:31-35 Joachaz, koning van Juda
2 Koningen 3:22-27 Joram, koning van Israël, trekt...
2 Koningen 7:10-15 Het beleg van Samaria 3
2 Koningen 24:18-20-25:1-9 Sedekia, koning van Jud...
2 Koningen 14:12-22 Amasja, koning van Juda 2
2 Koningen 12:12-22 Joas, koning van Juda 2
2 Koningen 23:10-18 Maatregelen tegen de afgodendi...
2 Koningen 25:27-30 Gratie voor Jojachin
2 Koningen 18:30-37 Jeruzalem door Sanherib bedrei...
2 Koningen 18:1-12 Hizkia, koning van Juda
2 Koningen 9:1-13 Jehu, koning van Israël
2 Koningen 4:42-44 Een maal voor honderd profeten
2 Koningen 5:9-19 De genezing van Naäman 2
2 Koningen 17:7-18 Beschouwing over de ondergang v...
2 Koningen 23:36-37-24:1-7 Jojakim, koning van Jud...
2 Koningen 15:8-12 Zecharja, koning van Israël
2 Koningen 14:23-29 Jerobeam, koning van Israël
2 Koningen 7:16-20 Het beleg van Samaria 4
2 Koningen 12:1-11 Joas, koning van Juda
2 Koningen 5:1-8 De genezing van Naäman 1
2 Koningen 4:38-41 Het bittere gerecht
2 Koningen 24:8-17 Jojachin, koning van Juda
2 Koningen 21:19-26 Amon, koning van Juda
2 Koningen 15:1-7 Azarja, koning van Juda
2 Koningen 9:14-22 De dood van Joram en Achazja 1
2 Koningen 18:13-23 Jeruzalem door Sanherib bedrei...
2 Koningen 5:20-27 De genezing van Naäman 3
2 Koningen 13:10-19 Joas, koning van Israël; de do...
2 Koningen 8:1-6 De vrouw uit Sunem krijgt haar be...
2 Koningen 15:27-31 Pekach, koning van Israël
2 Koningen 2:19-25 Eerste optreden van Elisa
2 Koningen 17:1-6 Hosea, koning van Israël; de val...
2 Koningen 15:13-16 Sallum, koning van Israël
2 Koningen 2:11-18 Elia in de hemel opgenomen 2
2 Koningen 11:1-11 Atalja, koningin van Juda 1
2 Koningen 19:1-13 Jeruzalem door Sanherib bedreig...
2 Koningen 9:30-37 De dood van Izebel
2 Koningen 23:1-9 Maatregelen tegen de afgodendien...
2 Koningen 8:16-24 Joram, koning van Juda
2 Koningen 1:9-18 De dood van Achazja 2
2 Koningen 20:12-21 Hizkia's ziekte en genezing 2
2 Koningen 19:29-37 Jeruzalem door Sanherib bedrei...
0Shares